Carolien Huffels Coaching
 

Vragenlijst timemanagement

 

Je antwoorden op deze vragenlijst laten zien hoe je met je tijd omgaat. Omcirkel het juiste antwoord. Wees daarbij volkomen eerlijk. 

Beoordelingsschaal:

  1. Helemaal mee oneens
  2. Mee oneens
  3. Neutraal
  4. Mee eens
  5. Helemaal mee eens

Geef een score aan elke vraag en tel deze na beantwoording van alle vragen op. 

  1. Ik neem taken van anderen op mijn schouders.
  2. Ik voel me ondergesneeuwd door mijn werk.
  3. Ik onderschat doorgaans de tijd die ik voor een taak nodig heb.
  4. Ik laat mijn werkplek altijd opgeruimd achter.
  5. Regelmatig met mijn collega's kletsen maakt mijn werkdagen plezierig.
  6. Ik werk aan de hand van lange termijndoelen.
  7. Ik schuif zaken voor me uit.
  8. Ik delegeer weinig.
  9. Ik blijf vaak een of twee uur langer op mijn werk om dingen af te maken.
  10. Ik doe de dingen op het laatste moment.
  11. Ik hoef nooit door stapels papier op mijn bureau heen te spitten als ik iets zoek.
  12. Ik voer steeds efficiënter mijn taken uit.
  13. Ik maak activiteiten met een hoge prioriteit af, voor ik aan iets anders begin.
  14. Een boek of artikel dat ik voor mijn werk moet lezen, leg ik zo neer dat mijn blik erop valt.
  15. Ik ben slecht in staat 'nee' te zeggen, als een collega met een karweitje   komt.
  16. Regelmatig bel ik bezoek van vrienden en kennissen af omdat ik nog moet werken.
  17. Ik ga regelmatig na of mijn doelen haalbaar zijn.
  18. Ik heb altijd mijn papieren/digitale agenda bij me.
  19. Ik heb altijd een memoblok/laptop/tablet bij me, om invallen vast te houden.
  20. Elke dag bepaal ik de prioriteit van wat ik die dag moet doen. 
  21. Ik 'vergeet' vaak onplezierige taken als dat me uitkomt.
  22. Ik laat me door anderen niet in mijn werk storen.
  23. Mijn collega's vinden dat ik altijd loop te rennen.
  24. Ik heb de gewoonte om taken in deeltaken op te splitsen.
  25. Elke avond hang ik mijn kleren voor de volgende dag klaar.
  26. Ik vraag me steeds af: 'Hoe kan ik mijn tijd op dit moment het beste besteden?'
  27. Ik verlies uit het oog wat mijn doelen zijn.
  28. Ik stel werkzaamheden vaak uit tot later.
  29. Ik heb de gewoonte de problemen van anderen op te lossen.
  30. Als ik met vakantie ben, ben ik de eerste dagen vaak ziek.
  31. Ik stel 'deadlines' voor mezelf en anderen.
  32. Elke dag behandel ik mijn post.
  33. Alle (digitale of papieren) documenten die binnenkomen, gaan maar eenmaal langs mijn ogen.
  34. Ik breng geen prioriteit aan in mijn taken.
  35. Ik raak regelmatig in paniek als ik denk aan wat ik nog allemaal moet doen.
  36. Als ik 'nee' zeg tegen een verzoek, leg ik uit waarom ik 'nee' zeg, tot de ander tevreden is.
  37. De mensen op mijn werk zeggen dat ik nooit tijd voor hen heb.
  38. Ik maak een planning(lijstje) voor elke dag en vink iedere taak af die is afgerond.
  39. Ik berg altijd alle binnengekomen stukken in files (hangmappen, ordners, digitale mappen) op.
  40. Bij onbelangrijke memo's van collega’s noteer ik het antwoord op dezelfde memo.
  41. Ik reviseer mijn werkdoelen eenmaal in het halfjaar.
  42. Ik gebruik vaak routineklusjes om aan het echte werk te ontkomen.
  43. Als ik verzoeken weiger, zoek ik altijd naar voor de ander aanvaardbare oplossingen.
  44. Regelmatig werk ik ‘s avonds nog een paar uur door.
  45. Ik plak briefjes op om mezelf te herinneren aan dingen die nog gedaan moeten worden.
  46. Ik heb mijn meest creatieve ideeën als ik in de rommel zit.
  47. Ik probeer zo weinig mogelijk tijd van anderen in te nemen.
  48. Ik reserveer elke dag een blokje tijd voor belangrijke projecten.
  49. Ik lig soms 's nachts wakker van alle dingen die ik die dag eigenlijk had moeten doen.
  50. Ik kan 'nee' zeggen als het nodig is en bij mijn 'nee' blijven.
  51. Door de werkdruk kom ik iedere nacht een paar uur slaap tekort.
  52. Het heeft weinig zin mijn dagen te plannen, want ze verlopen geheel onvoorspelbaar.
  53. Eenmaal in de maand 'snoei' ik mijn dossiers.
  54. Ik kan gesprekken beëindigen op het moment dat ik de benodigde informatie heb.
  55. Voor mij telt: 'First things first'. 
  56. Ik stel iets uit als ik twijfel of ik het wel (aan)kan.
  57. Iemand uitleggen wat hij/zij voor mij moet doen duurt altijd langer dan het zelf doen.
  58. Vaak denk ik dat het niet gezond is om zo hard te werken als ik doe.
  59. Ik doe weinig anders dan de hele dag reageren op opdrachten en verzoeken van anderen.
  60. Het typeert mij dat ik namen of telefoonnummers vind, die ik niet meer kan plaatsen.
  61. Ik benut de tijdstippen waarop ik het beste kan werken.
  62. Ik ben onzeker over wat in mijn werk prioriteit heeft.
  63. Ik begin aan een groot project pas na heel lang uitstellen.
  64. Vaak doe ik werk waar mijn baas voor betaald wordt.
  65. Ik kan de balans tussen werk en vrije tijd goed bewaren
  66. Ik heb de neiging eerst te doen en daarna te denken.
  67. Per dag ben ik wel een half uur kwijt met zoeken naar brieven, mailtjes of artikelen.
  68. Als mijn gereserveerde tijd in een gesprek bijna op is, dan waarschuw ik mijn gesprekspartner.
  69. Ik besteed veel aandacht aan details en aan niet dringende, niet echt belangrijke zaken.
  70. Ik begin gelijk aan grote en moeilijke klussen, ook als ik ertegen opzie.

 

Tot slot

Bereken je totaalscore door de scores op de vragen bij elkaar op te tellen.

Totaal (alles bij elkaar opgeteld):_______

 

Uitleg

Hoe hoger de score, des te beter ben je in timemanagement. De maximumscore is 350 punten. Die wordt zelden behaald. Heb je minder dan 175 punten, dan moet je actie ondernemen. Kijk nog eens goed naar de vragen waar je laag op scoort. Met welke akties, veranderingen kun je daar verbetering in brengen? Vraag eventueel hulp om daar antwoorden op te vinden.

 

300 - 350 punten: Zeer goed, haast onnavolgbaar. Haal je meer dan 325 punten, dan kun je je afvragen of dat wel zo goed is. Misschien ga je niet echt op in je werk of ben je wel te goed in delegeren.

 

250 - 300 punten: Gewoon goed. Je weet wat je prioriteiten zijn, stelt niet overmatig uit en maakt je voornemens doorgaans waar. Waarschijnlijk ben je ook redelijk ordelijk en efficiënt.

 

200 - 250 punten: Net goed genoeg. Je leven is geen chaos, maar soms loop je jezelf voorbij, of heb je je werk verkeerd ingeschat, waardoor je alle zeilen bij moet zetten.

 

150 - 200 punten:

Je tijdhantering loopt regelmatig fout. Dat wist je natuurlijk wel, al zul je

misschien niet geweten hebben dat je tot de meer gebrekkige tijdhanteerders behoorde. Tijd om orde op zaken te stellen. 

 

100 - 150 punten:

Het loopt bij jou vaak fout: onduidelijke taak, gebrekkige planning, overhaastheid enerzijds en uitstellen anderzijds, met waarschijnlijk als gevolg een chaotisch en gespannen leven.

 

0- 100 punten: Jouw tijdhantering is echt erg gebrekkig, met desastreuze gevolgen voor jezelf en de mensen om je heen. Zware stress. Hoog tijd om op een flink aantal fronten je aanpak te veranderen!

 

De vragenlijst tijdshantering is niet bedoeld als gevalideerde test, maar bedoeld als een indicatie voor jouw handelden, en daarmee de mogelijkheid om daarop te reflecteren

Bron: Oomkes, Trainen als beroep.

 
persoonlijke en loopbaanontwikkeling